, [], Whether it was fitting that God should become incarnate in the beginning of the human race?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [142]De eerste mens is [143]uit de aarde, [144]aards; [145]de tweede Mens is [146]de Heere uit den hemel. 142. Namelijk Adam. 143. Namelijk ten aanzien van de stof, waaruit zijn lichaam geschapen is; Gen.2:7. 144. Dat is, hebbende een lichaam, dat aars is en na den val sterflijk en verderflijk is geworden; Gen.3:19. Gr. van stof; namelijk der aarde. 145. Namelijk Christus, die een waarachtig mens is en de tweede genaamd wordt vanwege den tijd, omdat Hij na den eersten gekomen is, gelijk Matth.3:11; Joh.1:27; en een tegenbeeld des eersten is geworden; Rom.5:14. 146. Dat is, de hemelse Heere, gelijk in de volgende verzen uitgelegd wordt. Anderen lezen: is hemels uit den hemel, om de tegenstelling hare volle betekenis te beter te geven. Maar alle Griekse boeken lezen: de Heere uit den hemel, en dat past ook wel op de tegenstelling, alzo de apostel hier tegen elkander stelt niet den oorsprong der lichamen, maar de afkomst en waardigheid van beide deze personen, die elk zodanig lichamen aan degenen, die van hen afkomstig zijn, mededelen als zij zelf hebben, vs.48. En Hij wordt gezegd uit den hemel te zijn, niet ten aanzien dat zijn menselijke natuur uit enige hemelse stof zou zijn voortgebracht, maar ten aanzien dat Hij, mens zijnde, ook waarachtig God is in een persoon, en die nu, in den hemel zijnde, een verheerlijkt lichaam heeft, dat met hemelse en geestelijke hoedanigheden versierd is.